Alfred Brendel. Fingerzeig / Störendes Lachen während des Jaworts. Hörverlag, 1997.

Alfred Brendel debuteerde zo'n zeventien jaar geleden – hij was de gepensioneerde leeftijd al voorbij – als dichter. Hij was natuurlijk al heel bekend als pianist. Hij is een prachtig pianist, met een heldere toon, zo iemand die ieder stuk dat hij speelt volkomen transparant weet te maken. Het klinkt allemaal zo moeiteloos, als Brendel het doet.

Zijn gedichten zijn ook zo, vooral als hij ze zelf voorleest. Het zijn het soort gedichten die verrassen, die grappig zijn, die je meteen kunt begrijpen, en vooral: waarvan je je zou kunnen voorstellen dat je ze zelf geschreven had, ook al ben je geen dichter:

(...)
Den Mitgliedern des Hust- und Klatschvereins
obliegt genaueste Kenntnis der Musikstücke
damit nach feierlichen Schlüssen unverzüglich geklatscht
und bei leisen Stellen
zumal in der lähmenden Stille von Generalpausen
deutlich gehustet werden kann
(...)

Ik heb weleens gelezen dat Brendel die gedichten in het vliegtuig placht te schrijven, onderweg van het ene internationale concertpodium naar het andere. Zo zijn ze ook precies: het zijn  absurdistische dromen die snel opgeschreven lijken – er wordt geen nadrukkelijke moeite gedaan in de vorm van rijm of metrum. Tegelijkertijd is alles in een elegant Duits voorgelezen, en dat Duits wordt in ieder geval in dit luisterboek ook nog eens luchtig voorgelezen.

Maar toch. Ik heb weleens een verzamelbundel met Brendels gedichten gelezen, en toen was ik enthousiaster: wat waren die gedichten charmant! En amusant! En wat geweldig dat zo'n prachtig uitvoerend kunstenaar ook nog zoiets wist te scheppen! Nu viel het me een beetje tegen. Misschien ben ik minder in de stemming, misschien is deze bundel (zo te zien de eerste) niet Brendels beste, misschien moet je Brendels dichtkunst maar een keer in je leven lezen – maar in ieder geval raakte het me nu niet meer zo. Het is wel aardig, het is wel knap. Het is een pauzenummer, iets om te lezen in het vliegtuig, op weg van A naar B.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.