Peter d'Hamecourt. Vladimir Poetin. Het koningsdrama. Schoorl: Conserve, 2011.

Wie is de man toch die in Rusland nu al bijna twaalf jaar aan de macht is, en zich opmaakt om vandaag (met de verkiezingen voor de Doema) een nieuwe periode van nog eens twaalf jaar in te luiden die dan volgend jaar zou moeten beginnen? Wat drijft hem? Je weet het niet, en je komt er ook niet echt achter als je Peter d'Hamecourts informatieve boek Vladimir Poetin. Het koningsdrama leest.

D'Hamecourt heeft, zonder overdrijving, geen goed woord over voor Poetin, maar eigenlijk ook niet heel veel slechte woorden. Ja, 'onbeschaafd' en 'meedogenloos', en vooral dat laatste is natuurlijk al erg genoeg voor de leider van een land. Verder duikt het beeld op van een man die weinig opheeft met het gedoe van democratie, die gemakkelijk is in de dagelijkse omgang, die van mooie kleren houdt. Maar wat drijft hem dan? Waarom wil hij zo graag zo absurd veel macht hebben? Ik krijg niet de indruk dat hij nu persoonlijk enorm bloeddorstig is - hij is toch vooral enigszins nietszeggend, eerder een pion in iemand anders' schaakspel.

Maar misschien is dat wel zijn grootste talent. D'Hamecourt beschrijft bijvoorbeeld hoe Poetin vorig jaar bij de grote bosbranden op zeker moment op de tv verschijnt om zogenaamd achter de stuurknuppel van een blusvliegtuigje plaats te nemen — iets wat hij officieel niet eens mag, omdat hij geen vliegbrevet heeft. Naast hem zit de echte piloot net te doen of hij vol bewondering is voor de heldenmoed van de premier. Je denkt dan: zo gaat het in de rest van Poetins leven ook wel, hij is de onbenul die door de piloten naar voren wordt geschoven om in beeld aan het stuur te gaan zitten. Maar de échte Macchiavelliaanse machthebber is natuurlijk degene die zichzelf op die manier naar voren schuift als degene die de macht alleen maar in handen lijkt te hebben, terwijl hij dat in werkelijkheid ook echt heeft.

Bitter is D'Hamecourt, bitter en woedend, zoals waarschijnlijk iedereen zou worden die de situatie in dat prachtige land al zo lang van nabij bekijkt. Zijn woede stijgt gaandeweg in het boek, dat min of meer chronologisch de opkomst van Poetin beschrijft, en dat komt zijn stijl eerlijk gezegd ten goede. In het begin is het af en toe nog wat rommelig, en moeilijk om precies te volgen, maar na een paar hoofdstukken wordt het allemaal strakker en begin je te delen in de verontwaardiging.

Wat mij betreft mag die ook nog worden uitgestrekt naar de vele politieke vrienden die Poetin in het Westen gemaakt heeft: Berlusconi, Bush, maar vooraan op het lijstje vooral: Gerhard Schröder, de voormalige Duitse bondskanselier die volgens d'Hamecourt zakelijk betrokken is bij het Poetin-concern. Daar had ik graag wel meer over willen lezen, want op zo'n moment komt het voor mij - als erg Westerse lezer - wel heel erg dichtbij en begint mijn bloed bijna net zo wild te koken als wanneer ik lees over de schandalige manier waarop Poetin de gijzeling in Beslan oploste en daarbij duidelijker het belang van de Russische staat voor ogen had dan die van de schoolkindertjes die gevangen zaten.

Het grote probleem in Rusland is, volgens d'Hamecourt, het ontbreken van een burgerlijke maatschappij. De gemiddelde Rus kan het te weinig schelen, of is te weinig georganiseerd, of in het algemeen te wanhopig, om zich teweer te stellen tegen de boevenbende die hem regeert. Tegelijkertijd: wie weet wat die bende gaat doen als het niet langer voldoende blijkt om een schijndemocratie op te houden en zwaarder middelen nodig blijken? Als je Een koningsdrama gelezen hebt, kun je alleen maar hopen dat de beschaving dan toch wint.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.