Delphine Lecompte. De dieren in mij. Utrecht/Leeuwarden: De Contrabas, 2009.

Delphine Lecompte. De dieren in mij Wat is Delphine Lecompte gegroeid in een jaar tijd! Ik las een paar maanden geleden Verzonnen prooi, haar tweede bundel, en was onder de indruk. Nu las ik haar eerste bundel, die slechts een jaar eerder verscheen, en die vond ik minder.

Niet dat er geen mooie gedichten in staan. Zo begint bijvoorbeeld een van mijn favorieten, Schuttersbijeenkomst:

De pauw leidt met zijn staart
de aandacht af van zijn lelijke poten
zo vertelde je moeder je
en nu vertel je het aan mij
ik zal het niet doorvertellen
want ik leid met mijn zwijgzaamheid
de aandacht af van mijn lelijke tanden
en van het feit dat ik niets heb te vertellen
behalve miserie en leugens
en de miserie zit dan ook nog eens vol leugens
en vice versa.
De laatste vijf regels vind ik zo mooi, die zal ik nooit vergeten. (Behalve dat ik weet dat ik dit soort verzuchtingen vaker doe op dit blog, en dat ik soms oude leesverslagjes teruglees en me dan niets meer kan herinneren van zo'n boek, behalve een vage indruk. Als je alles toch steeds weer vergeet, waarom moet je dan steeds nieuwe boeken lezen? Maar dit terzijde.)

Maar verder begon ik deze keer toch iets beter de kritiek te begrijpen die andere mensen juist op de eerste bundel hadden: de wel erg grote willekeur en achteloosheid die de schrijfster aan de dag legt, bijvoorbeeld in het feit dat de enige ordening van de gedichten in de bundel een alfabetische is (Ademloos, Daar gaat mijn vriend, Dag zonder hoofdvogel). Toch ga ik de volgende bundel ook weer kopen en lezen. Van Delphine Lecompte valt nog veel te verwachten.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.