Alberto Manguel. Een geschiedenis van het lezen. Amsterdam: Ambo/Anthos: 2006 (1996).

Alberto Manguel. Een geschiedenis van het lezen

Vertaling: Tinke Davids

Een loflied op het lezen schrijven, is dat niet wat al te gemakkelijk? Zo'n dik en mooi uitgegeven boek, dat gaat natuurlijk alleen gelezen worden door lezers.

En inderdaad. Op dit boek valt wel het een en ander aan te merken. De vertaling heeft bijvoorbeeld wat rare tics, zoals van letterlijk iedere boektitel de vertaling geven, zodat we lezen over Peyton Place (Peyton Place), terwijl er elders stukjes Engels, Frans en Duits onvertaald blijven. De schrijver, Alberto Manguel, is een beetje een vreemde snuiter die vooral in het begin wel heel erg veel over zichzelf praat. En hoewel het boek in 2006 is uitgegeven, wordt er niet of nauwelijks gepraat over e-books of over audioboeken. En goed, die e-books zijn misschien een beetje een moderne vinding (hoewel het Project Gutenberg al tientallen jaren lang gratis edities van boeken digitaliseert), maar die audioboeken, daar had toch heel goed iets over kunnen worden gezegd in het hoofdstuk over voorlezen. En toch, en toch heb ik gesmuld.

Het boek is prachtig uitgegeven, zit in een heel prettige band en bevat een verbluffende verzameling van afbeeldingen van lezende mensen uit alle eeuwen. Degenen die deze verzameling afbeeldingen heeft verzameld, spreidt daarmee een grote kennis tentoon. Ik neem aan dat het Manguel zelf was. Ondanks dat hoofdstuk over voorlezen is lezen voor hem toch vooral kijken.

Het mooist vind ik de verhalen over lezers, en dan vooral over mensen die lezen tegen de klippen op. De Cubaanse sigarenmakers die in de negentiende eeuw iemand inhuurde die tijdens het werken kon voorlezen. De Japanse hofdames die stiekem en in een eigen schriftvorm teksten voor onderling genoegen schreven. Helaas mist Manuel wel veel van dat soort verhalen: toevallig las ik deze week ergens een theorie van iemand die aantoonde dat Alexander de Grote zijn levensloop op allerlei punten had laten inspireren door Achilles, van wie hij meende af te stammen. Alexander, die een groot lezer was, probeerde zo te leven dat ooit een Homeros over hem zou schrijven. Manuel zegt over hem alleen dat het niet toevallig was dat hij altijd een Ilias en een Odyssee bij zich had.

Iedere lezer vraagt zich natuurlijk soms weleens af waarom hij eigenlijk leest. Je kunt jezelf voorhouden dat je er slimmer en wijzer van wordt, maar volgens mij word je er alleen maar gelukkiger van. Als ik rijk was, als ik overvloedig rijk was, zou ik me terugtrekken onder een olijfboom en lezen. Nou ja, na verloop van tijd ging dat misschien vervelen en zou ik iets willen doen. Maar dat zou dan schrijven zijn, schrijven voor andere lezers.

Zie Boeklog voor een andere lezing van dit boek.

Reacties

ijsbrand zei…
Dank voor de verwijzing naar boeklog, maar de eerdere druk waar ik over schreef uitde jaren negentig, is werkelijk heel anders -- misschien op de tekst na dan.

Zo anders dat ik mij ook deze uitgave heb aangetuigd.
Maar nog steeds geen cremekleurige pagina's, of pagina's aan het eind die blanko gelaten zijn voor opmerkingen van de lezer.
MLBeerling zei…
Beste MvO, ik kom toevallig op je weblog terecht en vind het geweldig iemand tegen te omen die zoveel leest en er zo systematisch over schrijft. Ik woon in Rwanda en heb veel boeken meegenomen, ik lees hier veel (NL, Fr, Eng, Du, It) en geniet ervan, leuk af en toe een geestverewant op het web tegen te komen !

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.