Shalom Auslander. Foreskin's Lament. New York: Riverhead, 2007

Een man van rond de dertig ziet terug op zijn jeugd waarin hij zich uit allemacht verzette tegen het kleinburgerlijke joodse milieu waarin hij is opgegroeid. Hij doet dit door alle geboden te overtreden die hij kan bedenken, bijvoorbeeld dat op masturbatie. Als ik het zo samenvat, lijkt Shalom Auslander's Foreskin's Lament wel heel sterk op Portnoy's Complaint, maar die samenvatting is maar oppervlakkig. Auslander (de hoofdpersoon heeft dezelfde naam als de schrijver) verzet zich niet zozeer tegen zijn milieu als tegen God, dat oneindig wrede opperwezen, die boven onze hoofden zit te grijnzen om alle rottigheid die hij op de mensen afstuurt. En die kwaad wordt als je iets onaardigs over hem zegt. Zodat het boek eindigt met een smeekbede aan God om het boek toch vooral niet verkeerd op te vatten, het is immers maar een boek, God kan Shaloms vrouw en kind toch best laten leven?

Daarmee is dit boek een indrukwekkend verslag van hoe moeilijk het is im van een geloof af te komen, niet eens vanwege de sociale verliezen die je lijdt als afvallige, maar doordat het onmogelijk is om niet meer in God te geloven, zelfs als je je tegen hem verzet, vanwege het voortdurende gevoel van zondigheid.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.