Irvin D. Yalom. When Nietzsche Wept, New York: Perennial, 2005 (1993).

We zijn in Wenen en het eind van de negentiende eeuw is nabij. Friedrich Nietzsche komt op consult bij Jozef Breuer, een van de leermeesters van Sigmund Freud. Nietzsche heeft last van heftige en veelvuldige migraine-aanvallen, maar volgens zijn ex-vriendin Lou Salomé is de grote denker ook depressief en suïcidaal. Hij wil daar zelf echter niets van weten. Daarom moet Breuer hem behalve voor die migraine ook in het geniep behandelen voor zijn geestesproblemen. Hij doet dit door de rollen om te draaien en Nietzsche te vragen hém te behandelen voor 'wanhoop'. Die wanhoop blijkt echter minder gespeeld te zijn, en zo komen de filosoof en de pre-psychoanalyticus in een schaakspel terecht van angst, onuitgesproken gevoelens, eenzaamheid, opgeslotenheid, en ander heftig gevoel.

Bij het einde, als de twee mannen elkaar nog eens diep in de ogen kijken en opbiechten wat ze tot nu toe voor elkaar verzwegen hebben, zwellen de dramatische vioolpartijen wel wat sterk aan. Maar in de bladzijden daarvoor verbeeldt Irvin Yalom de grote crisis rond het midden van het leven — als je je keuzes gemaakt hebt en eigenlijk niet weet waarom — op een meeslepende manier, en zoeken zijn hoofdpersonen hartstochtelijk naar antwoorden op hun vragen. Zoals dat in een goede roman gaat, worden daarbij een aantal onverenigbare opvattingen naast en tegenover elkaar gezet, zonder dat de schrijver kiest. En krijgen die opvattingen ook nog eens vlees en bloed.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.