Arthur Japin. De grote wereld. Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek, 2006.

Twee 'kleine mensen' trekken in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog rond de wereld - Amerika, Duitsland, Engeland - om te laten zien wat ze zijn - klein. Beschreven wordt het leven in het soort dorpjes voor kleine mensen dat toen de westerse wereld rondtrok, waarin de 'grote mensen' zich konden vergapen aan een bordkartonnen nagebouwde komische versie van hun eigen wereld. De twee kleine mensen in dit boek houden van elkaar en willen misschien wel aan die bordkartonnen wereld ontsnappen, maar uiteindelijk helpen waarschijnlijk juist hun kunstjes hen om te ontsnappen aan het lot dat hen wacht - wie het boekje leest, merkt dat in ieder geval een van hen joods is.

Goedgeschreven novelles, die bestaan er in het Nederlands geloof ik niet zoveel, of misschien komt het wel doordat ik ze te weinig lees. Dit boekenweekgeschenk is in ieder geval wel een geslaagd exemplaar, al moet ik er ook wel bijzeggen dat het me niet heel veel doet: het zit goed in elkaar, de stijl is adequaat -- Japin wordt wel een moderne Couperus genoemd, maar dat lijkt me nu ook weer overdreven -- maar heel aangrijpend wordt het nu ook weer niet.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.