Menno Wigman. De wereld bij avond. Rotterdam-Amsterdam: Poetry International/Prometheus, 2006.

Dit is nauwelijks een boek: tien gedichten slechts, ter gelegenheid van de gedichtendag, een paar weken geleden. Maar wat een gedichten! Sinds ik hier over zijn vorige bundel schreef, heb ik tijden niet meer aan Wigman gedacht, maar hij is toch wel een zeer begaafd dichter. Neem nu de eerste strofe van een gedicht dat 'Tiergarten' heet:

Stof, roet, stormvuur. Het apenhuis in puin.
Verbrande panters. Zebra's zonder huid.
Diep onder rokend gruis
hemelt een olifant, een hert hinkt weg
en op het kerkdak hekst een condor rond.

Een verbrande panter! (Hoe zie je dat ie verbrand is?) Een zebra zonder huid! (Hoe zie je dat ie een zebra is?) Al moet ik toegeven dat het hinkende hert en de heksende condor me dan weer wat minder doen. Ik hoop dat deze bundel de opmaat zal blijken van een grotere.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.