Arnon Grunberg. De joodse messias

Arnon Grunberg. De joodse messias. Amsterdam: Vassalucci, 2004.

Wat een huiveringwekkend, wat een adembenemend boek is dit! En wat wordt het door sommige mensen toch totaal anders gelezen dan hoe ik het begrijp. In Het Parool las ik dat dit boek een grote grap was. En ook in Trouw stond helaas een stukje vol van onbegrip, of wanbegrip, of hoe noem je dat.

Natuurlijk, ik zie ook wel dat er een aantal heel grappige zinnen in staan (op bladzijde 462 zegt zijn joodse minnaar tegen de hoofdpersoon, die inmiddels premier van Israël geworden is: 'Xavier, rustig nou. Die meneer van de Hamas is niet geïnteresseerd in de Rietveld Academie, die meneer is hier gekomen om over een bestand te praten.') Maar ik vond het boek als geheel nauwelijks een grap, zoals veel van de recensenten, laat staan een mislukte. Ik vond het om te huilen en om te gruwelen en om over na te denken.

In veel recensies, zowel positieve als negatieve, wordt Grunberg met allerlei andere schrijvers vergeleken: W.F. Hermans, Michel Houellebecq, Edgar Hilsenrath, enz. Ik miste een vergelijking die volgens mij ook voor de hand ligt: met Frans Kellendonk, en dan vooral natuurlijk met diens boek Mystiek lichaam. Het gaat er niet alleen om dat ook dat boek door recensenten allerlei vreemde dingen werd aangewreven omdat het een spel speelde met clichés over joden. Het gaat er vooral om dat Grunberg in De joodse messias helemaal geen stelling neemt, maar zijn hoofdpersonen allerlei extreme standpunten laat uitkramen -- en dat de muziek van die extreme meningen de muziek van het boek is. Over een paar jaar ga ik dit boek nog eens lezen, dat weet ik zeker. En dan na een paar jaar nog eens. En nog eens.

Misschien komt het misverstand wel in de wereld doordat Grunberg in reclames optreedt, en in interviews altijd over van alles en nog wat zit te lachen, en ook met zijn eerste boeken nogal de vervelende puber uithing. Ik kan dat eigenlijk ook allemaal niet rijmen met zijn laatste paar boeken; maar mij zal hij daarover niet om advies vragen.

Reacties

Anoniem zei…
Kellendonk, dat is wel een rake vergelijking. Ik refereer ook vaak aan Hermans en Houellebecq als ik het over Grunberg heb. Dat komt door dat humoristisch-venijnige, maar de link met Kellendonk had ik nog niet gelegd.

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.