Donkere kamer

{P}W.F. Hermans. De donkere kamer van Damokles. Amsterdam: G.A. van Oorschot, 1996 (1958).


Het is denk ik twintig jaar geleden dat ik dit boek voor het eerst las. De herinnering die ik aan die eerste keer had was heel vaag, en heeft ook maar weinig te maken met hoe ik het nu lees. Bijvoorbeeld zat Henri Osewoudt, de hoofdpersoon, in mijn herinnering eigenlijk de hele tijd binnen in bedompte kamers ergens in een stad (Amsterdam of zo), maar nu viel me juist op hoeveel er heen en weer wordt gereisd in dit boek: van Leiden naar Haarlem en Amsterdam en Amersfoort en Den Haag en Voorburg en aan het eind zelfs ook nog tot aan Breda en zelfs Engeland (al hoor je daar niet veel over). Met de tram, met de trein, met de auto en heel klein stukje met de fiets (door Amersfoort). Bovendien zijn dat plaatsen die ik twintig jaar geleden nauwelijks kende, en nu allemaal wel. Alleen in Voorschoten, waar de sigarenwinkel van Osewoudt zich werkelijk lijkt te bevinden, ben ik nog nooit geweest. Het boek begint ook al meteen met allerlei actie, dat was ik ook vergeten.

Maar vooral de oorlogsatmosfeer begrijp ik nu geloof ik beter dan toen. In mijn herinnering was het er toch vooral een van zompigheid en angst voor de vijand. Nu zie ik de Kafkaeske elementen beter, het volkomen onbegrijpelijke systeem dat het voorzien heeft op jou, terwijl je eigenlijk niet weet wat je misdaan hebt. Ik heb trouwens ook nog wel wat details over de oorlog geleerd. Zo was mij niet bekend dat er voor bepaalde wijken en cafés gold dat ze voor Wehrmachtsangehörige verboten waren.

Wat ik volgens mij toen ook niet zo gezien heb: het plezier dat af en toe van het boek afstraalt, het plezier dat de schrijver moet hebben gehad in het bedenken van steeds ingewikkelder misverstanden en valkuilen voor zijn onbenullige hoofdpersoon. Het plezier van het maken.

Het is een mooi boek, al met al; over twintig jaar lees ik het nog een keer. Bijna net zo mooi als mijn favoriete boek van Hermans (en van de twintigste-eeuwse Nederlandse literatuur), Nooit meer slapen. Wel een afschuwelijk slechte titel, trouwens: Donkere kamer was al veel beter geweest, maar waarom die Damokles er nou zo expliciet bij moet worden gehaald. De film heet Als twee druppels water, maar dat klinkt meer als een filmtitel dan als een boektitel. Sowieso was Hermans geen ster in het bedenken van sterke titels: De tranen der Acacia's, Paranoia, Ik heb altijd gelijk. Titels voor verhaaltjes in de schoolkrant. Nooit meer slapen is ook niet echt briljant gevonden, alleen zijn satirische boeken wist Hermans goed te bedelen (Onder professoren!)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.