{P} Jakob Hein. Mein erstes T-shirt. München, Piper, 2002 (2001). Er zijn mensen die niet geloven dat er Duitse humor bestaat, en misschien is dat waar voor de podiumkunsten (ik weet het niet), maar Duitse humoristische schrijvers zijn de beste humoristische schrijvers. Dat vind ik. Neem het verhaaltje 'Warum ich Antikommunist wurde' in dit boek (dat gaat over een jongen die opgroeit in de DDR van de jaren zeventig en tachtig). En neem daar dan de eerste anderhalve alinea van:

Ich habe nicht soviel Erfolg bei den Frauen. Ich glaube auch nicht, dass ich soviel Erfolg bei Männern hätte, denn ich bin mal in eine Kneipe gegangen, die hiess 'Adonis XXX Male Love Club'. Als ich dan fragte, ob das hier 'ne Schwulenbar wäre, haben mir alle versichtert, dass dem nicht so sie. Komisch.
Jedenfalls probiere ich nun schon seit Jahren, jemandem meine Plattensammlung zu zeigen. Ich habe in einer 'Bravo' gelesen, dass das ein toller Verführungstrick sei.

Volgt een heel grappig verhaaltje over hoe deze ik een plaatje bemachtigt met een toespraak van Lenin en dan de grootst mogelijke moeite moet doen om erachter te komen wat er eigenlijk op staat, op dat plaatje. Ja, het antwoord op de vraag 'Wat is dat, Sovjetmacht?', zoveel is zeker. Maar als hij er dan eindelijk, na oneindig veel moeite, achter is wat het antwoord is op die vraag stelt het hem mateloos teleur: 'Communisme en elektrisering van het hele land'.

Heel kort zijn de verhaaltjes, en je vergeet snel weer waar ze ook weer over gingen. Maar dat ze heel grappig waren, herinner je je nog wel.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.