{P} Guus Middag. Vrolijk als een vergelijking. Amsterdam, Van Oorschot, 2002. 'Monter' zegt de achterflap over de stijl van Middag, en daar heeft de achterflap gelijk in. Middag heeft een prettige manier van lezen en schrijven, tegelijkertijd sierlijk en helder, zonder onzin. In dit boek staan allemaal stukken die in NRC Handelsblad hebben gestaan, en de meeste had ik daarom al eens gelezen. Het is wel prettig om ze bij elkaar te hebben, in een boek, al valt het je dan ook wel op dat de stukken wel heel erg kort zijn en dat je zou hopen dat Middag ook de gelegenheid krijgt om eens een wat grotere en gedetailleerder studie over een onderwerp naar eigen keuze zou kunnen schrijven.
In dit boek staan ook een aantal stukken over (Nederlandstalige, populaire) liedjes en die vind ik het minst interessant. Vaak draaien ze uit op de conclusie dat de tekst niet zo bijzonder is, dat de liedjes het eigenlijk van de muziek moeten hebben, maar over die muziek wordt vervolgens niet zoveel gezegd. Het mooiste stuk vind ik misschien wel 'De grote eindexamendroom': een klassieke, inzichtelijke analyse van een gedicht van Wislawa Szymborska.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.